Missie en Visie
De missie van OBS de Phoenix
De openbare basisschool de Phoenix in Rozenburg heet ieder kind van 4 tot 12 jaar welkom. Samen met hun ouders willen we bereiken dat de leerlingen maximale kansen krijgen in het vervolgonderwijs en later in de maatschappij.
De Phoenix biedt leerlingen uit Rozenburg de mogelijkheid om hun interesse te ontdekken voor persoonlijke groei.
Door de sterke verbinding tussen school en de gemeenschap versterken we de relatie tussen school, leerlingen, ouders en het dorp, zodat we samen bouwen aan een succesvolle toekomst voor elk kind. De Phoenix begeleidt ieder leerling naar het best passend vervolgonderwijs.
Respect, plezier en persoonlijke groei vormen de kern van ons onderwijs, zodat elke leerling trots kan zijn op haar actieve en betekenisvolle rol in de maatschappij.
Onze school is meer dan een gebouw. Het is een plek waar leerlingen met plezier naar toe komen.
Visie
Bij De Phoenix zien we diversiteit als een bron van verrijking. We dagen leerlingen uit om hun interesse te ontdekken. Ons onderwijs biedt een uitgebalanceerde mix van denken en doen.
We prikkelen de nieuwsgierigheid van onze leerlingen door hen diverse werkvormen en inspirerende leeromgevingen te bieden, zowel binnen als buiten de school. Beweging en ontdekking staan centraal.
We geloven sterk in de gouden driehoek: een hechte samenwerking tussen leerlingen, ouders en ons team. Daarnaast zoeken we actief de samenwerking met externe partners en verrijken we ons onderwijs met kunst en cultuur. We vergroten het bewustzijn over de impact die we hebben op onze (leef)omgeving.
De groei van elk leerling staat bij ons centraal. We investeren in het ontwikkelen van zowel cognitieve als sociale vaardigheden. Leerlingen krijgen de handvaten om een positief zelfbeeld op te bouwen, aan hun zelfstandigheid te werken en hun veerkracht te versterken.
Na groep 8 zijn onze leerlingen klaar om met vertrouwen de volgende stap te zetten. En een betekenisvolle bijdrage aan de maatschappij te leveren.
Onze pedagogiek
In onze school staat de ontwikkeling van ieder kind centraal. We streven er naar dat leerlingen zoveel mogelijk zelf eigenaar worden van hun eigen leer- en ontwikkelingsproces.
Dat doen we bijvoorbeeld door kinderen zelf regie te geven bij het bepalen van de manier waarop ze het beste kunnen /willen leren. Daarbij zijn kindgesprekken als basis voor doelgericht werken essentieel. Dat bevordert het eigenaarschap en de autonomie van elke leerling.
Daarnaast zetten we coöperatieve werkvormen in waarbij de leerkracht al coachend helpt de leerlingen van elkaar en met elkaar te leren. Dat bevordert de onderlinge betrokkenheid.
We hechten er waarde aan dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan, dat ze samen met de leerkrachten in de klas en daarbuiten zorgen voor veiligheid en vertrouwen.
We hebben in de school 'De 8 van de Phoenix' opgesteld. Dit zijn 8 positief gestelde gedragsregels die gelden voor de gehele school. Aan de hand van deze gedragsregels stelt iedere klas hun eigen klassenregels op.
Door de lessen van Kwink, onze methode voor sociaal-emotioneel leren, leren onze leerlingen welk gedrag passend is en hoe je met elkaar om moet gaan. Daar is emotiewoordenschat een belangrijk onderdeel van. Elke dag starten wij met een check-in in elke klas. Daarbij geven de leerlingen aan hoe ze zich voelen. Aan het eind van de dag een check-out om de dag af te sluiten. Zo leren we de leerlingen om aan te geven hoe ze zich voelen. En beter rekening met elkaar te houden.
Goed gedrag is onze norm. Toch kan niet altijd iedereen zich daaraan houden. Ook dan hebben wij een goed protocol met afspraken liggen om pestgedrag en grensoverschrijdend gedrag aan te pakken.
Onze didactiek
De didactiek van de Phoenix wordt in hoge mate vormgegeven in lijn met het E(xpliciete) D(irecte) I(nstructie) model. EDI bestaat uit een aantal vaste lesonderdelen, aangevuld met specifieke technieken. Het doel van EDI is om de leerstof succesvol aan te leren aan alle leerlingen: de sterke, de gemiddelde én de risicoleerlingen.
In dit model is het stellen van heldere lesdoelen en daar systematisch naar toe werken essentieel. Differentiatie is convergent en dat wil zeggen alle leerlingen werken aan dezelfde doelen terwijl de leerkracht zoekt naar interventies die passen bij de mogelijkheden van de individuele leerling. Het gevolg kan zijn dat instructiegroepen niet altijd hetzelfde zijn.
Tegelijkertijd onderkennen we dat het soms noodzakelijk is om een zekere mate van divergentie mogelijk te maken. Dan worden doelen op maat gemaakt om te voorkomen dat kinderen die blijkens drie opeenvolgende metingen te ver afwijken gefrustreerd raken. We proberen op deze manieren alle kinderen binnen boord te houden.
We willen minder afhankelijk worden van de methode en de al ontwikkelde leerlijnen te implementeren. We gaan dan de leerlijn volgen en laten de methode los. Die leerlijnen zullen ook aan de leerlingen inzicht verschaffen over de eigen ontwikkeling. Leerlijnen maken het nodig heldere leerdoelen te formuleren waardoor we in toenemende mate vrijer met de methode kunnen omgaan.
In onze didactiek gaan we coöperatieve werkvormen toepassen waardoor er meer variatie ontstaat in de lessen zoals dat al wordt gedaan in de Kunst van het Lesgeven als een toepassing van EDI.
Daarbij onderkennen we dat didactische interventies altijd een pedagogische component hebben. Zo zien we dat het op ‘rood’ zetten van het stoplicht na een instructie de leerling helpt om eerst zelf na te denken, om te leren te vertrouwen op de zijn/haar eigen kunnen (competentie én autonomie). We streven er naar om zowel in onze didactiek als in onze pedagogiek tegemoet te komen aan de basisbehoeften van de leerlingen.
De opgave is nu een didactiek te ontwikkelen waarbij de leerling in toennemende mate zelf verantwoordelijkheid neemt en eigenaar is van zijn/haar leerproces wordt. Het werken met een planbord en met dag/weektaken kan daarbij helpen. De leerkracht krijgt dan een meer begeleidende en coachende rol. Een leerling zal inzicht moeten krijgen in het eigen functioneren; dat vergt aandacht voor (zelf-)evaluatie, feedback en reflectie. De combinatie van aandacht voor de voorwaarden om te kunnen leren, voor leerstrategieën, voor een antwoord op de vraag ‘hoe leer ik zelf’ én voor de rol van lijf en bewegen hierbinnen vormen de basis voor de versterking van het leerproces van de leerlingen.
Voor dat meer zelfstandig werken zullen we moeten nadenken over materiaal dat daarbij past. Het betreft werkmateriaal, opbergsystemen maar ook goede computers, laptops voor de leerlingen en digiborden in de lokalen.
Onze ervaringen met afstandsonderwijs in de afgelopen Covid19 periode kunnen hier van groot belang blijken. Zo zouden we kunnen overwegen om in het geval van langdurig zieke kinderen over te gaan op onderwijs op afstand. We gaan op zoek naar mogelijkheden om flexibel in te spelen op veranderingen en onvoorziene crisissituaties.
Groepen
Het Bij ons op school hebben we zowel homgene als heteregene groepen. Onze kleuters, groep 1/2, zitten altijd bij elkaar.
De groepen 3 en 4 zijn voor alsnog altijd los van elkaar, niet in een combi. Een combinatieklas is erg lastig met de jaargroep 3, die net begint met lezen, en jaargroep 4. Dit heeft dan ook niet onze voorkeur. Omdat wij in de onderbouw zo weinig mogelijk combi's willen hebben we in de hogere groepen vaker een combigroep.
Evaluatie en toetsing
Het gaat ons om het vinden van een werkwijze waarmee we goed zicht krijgen op de individuele leerroute van de leerlingen in relatie tot leer- en ontwikkelingslijnen. Toetsen moeten dan helpen bij het vaststellen van wat ze al kunnen en wat ze nog moeilijk vinden.
Daarnaast blijven toetsen natuurlijk van belang bij het monitoren van de kwaliteit van de school.
Differentiatie
Inherent aan de keuze voor het EDI model in onze didactiek is dat we convergent differentiëren. Het doel geldt voor elke leerling, de weg daar naar toe kan verschillen. We differentiëren in leertijd, in de keuze voor materiaal, in de instructietijd en in het aanbod.
In de methodes rekenen, spelling, taal en begrijpend lezen zijn er aparte leerlijn voor de plussers,die wat meer uitdaging nodig hebben. Maar ook maatwerk, voor de leerlingen die wat moeite met de lesstof hebben.